Boek 5/Blog: Marc de Vries - Privacy en Linked Open Data: aan tafel

< Boek 5

Het is meer dan tien jaar geleden dat de term ‘Linked Data’ een buzzwoord werd. Als je erop zoekt, komen er vooral mooie technische termen naar boven, maar het boeiendst is het effect: in zijn meest zuivere vorm leidt Linked Data tot een onbegrensde en ongekende verbinding van online gepubliceerde data en daarmee tot contextualisering van, goed beschouwd, ‘alles’. De baten hiervan zien en ervaren we iedere dag.

Dit ‘linken’ heeft ook andere kanten. Doordat data met elkaar verbonden zijn, wordt het niet alleen veel gemakkelijker data over bepaalde personen te vinden, ook de populatie van identificeerbare personen neemt exponentieel toe. En als je met behulp van elektronische informatie personen identificeert of kan identificeren, dan moet je je aan bepaalde wettelijke regels houden. Anders gezegd: Linked Data heeft privacybeschermingsverplichtingen als bijvangst.

Tot voor kort was de wereld van privacybeschermings­regels vooral het domein van juristen en dan ook nog eens van een erg kleine groep. Punt daarbij is dat de regelgeving over verwerking van persoonsgegevens niet alleen abstract en ingewikkeld is, maar ook nog eens zeer casuïstisch: uiteindelijk gaat het om de concrete omstandigheden van het geval.

Dit is geen goed nieuws voor Linked Data, die veelal bestaan uit of gebaseerd zijn op publieke domeindata, overheidsgegevens in het bijzonder. Immers, dit maakt houders van deze data - denk daarbij vooral aan grote verzamelingen geogerelateerde registraties - enigszins kopschuw: de kans dat hun data tot identificatie leidt, wordt groter. Omdat zij als ‘verantwoordelijke’ gelden, is dat niet bepaald een stimulans voor het onverminderd doorzetten van het ingezette opendatabeleid.

Kortom, het is hoogste tijd dat zij die erover gaan, en dit kunnen oplossen, dit ook gaan doen. Dat begint met onderkennen dat er een spanning zit tussen Linked Data en privacybescherming en dat het niet doorhakken van knopen, leidt tot onderbenutting van potentieel van deze data. Vervolgens vereist dit het afwegen van belangen - het belang van privacybe­scherming versus het sociaaleconomisch belang bij het benutten van het potentieel - het maken van princi­piële keuzes - wat is toegestaan en wat niet? - en het verzorgen van de toepassing en naleving daarvan.

Kijken we de (grotendeels nog lege) tafel rond, dan zouden daar zeker een aantal ministeries moeten aanschuiven: BZK, als beleidsmaker op het gebied van open data; I&M, als beleidsverantwoordelijke en houder van grote verzamelingen (geo-)data; EZ, als hoeder van de economische groei; J&V, als verantwoordelijke voor de privacyregelgeving en de Autoriteit Persoons­gegevens als de waakhond voor de naleving. Een goede kok, een lekker menu, een fles goede wijn en een datum waarop ze allemaal kunnen. Dat lijkt mij het meest simpele recept. Hoe moeilijk kan het zijn?

Marc de Vries
Adviseur bij Geonovum (www.geonovum.nl)