Bijeenkomst 19 september 2012

Versie door Pilod (overleg | bijdragen) op 27 feb 2014 om 13:46
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)


Locatie: De Observant, Amersfoort

Presentaties[bewerken]

Verslag[bewerken]

19 september 2012 | Durven delen is het motto van de startbijeenkomst van de pilot Linked open data, gehouden in de Observant in Amersfoort. Met bijna 90 deelnemers was de zaal goed gevuld. Erwin Folmer van TNO en projectleider namens Geonovum beet het spits af met een korte introductie.

Daarna gaf hij het woord aan Marcel Reuvers van Geonovum. ‘Linked data fungeert als lijm tussen de basisregistraties. En met de basisregistraties als solide ondergrond kan linked data opbloeien. In Nederland zien we dat al veel open data, van 2 of 3 sterren van Tim Berners Lee, beschikbaar wordt gesteld. In de pilot streven we naar data van 5 sterren, waarbij data “linked RDF” is. Alles draait daarbij om samenwerking tussen verschillende stakeholders. Op die manier kunnen we bepalen of linked data een techniek is om overheidsdata op het web beschikbaar te stellen. Daarnaast gaat het om het samenbrengen van kennis, technologie en behoeftes.’

Principes van linked data[bewerken]

Wilko Quak van de TU Delft en Geonovum ging in op de vier principes van linked data:

Gebruik URI’s (Unique Resource Identifier), want alles om ons heen moet een adres hebben; Gebruik http URI’s voor de vindbaarheid van informatie; Gebruik zinvolle informatie door coderingen als RDF, GML (voor geo) te gebruiken; Voer links naar andere URI’s in. Ook hij vertelde nog eens de betekenis van de vijf sterren (1) on the web; (2) machine readble data; (3) non-proprietary formats; (4) RDF standards; (5) linked RDF. Op de vraag waarom we linked data zouden willen antwoord Wilko: ‘Voor ons is dit de kans om uit de geo-wereld te breken. Maar andersom geldt dat natuurlijk ook. Verder is linked data tegen verzuiling en is het de oplossing om de NEN3610 identifier volwassen te maken.’

Belang identifiers[bewerken]

Clemens Portele van Interactive Instruments en voorzitter van het INSPIRE Drafting Team Data Specifications, begon met het introduceren van INSPIRE als infrastructuur voor geo-informatie in Europa. Het belang van identifiers is zeer groot in de geo-wereld om uniek te kunnen identificeren en spraakverwarring te voorkomen. Er zijn meerdere typen identifiers mogelijk, zoals thematische of een object identifier. Het advies met de huidige stand van zaken is om stabiele http URI’s te gebruiken voor geo-objecten en datasets. De Europese Commissie en de lidstaten zullen gezamenlijk een URI-strategie moeten ontwikkelen, zodat het uitgeven van unieke URI’s centraal beheerd wordt.

Toepassingen van gemeenten[bewerken]

Van de techniek gaan we naar de toepassing. Twee gemeentes, Amersfoort en Nijmegen, vertellen hoe ver zij zijn met linked open data. Paul Francissen legt namens de gemeente Amersfoort uit dat Amersfoort allereerst het proces op orde wil krijgen, bestuurlijke afspraken te maken. Op dit moment zijn 16 datasets van onder meer parkeerplaatsen, zonnepanelen, maar ook strooiroutes beschikbaar en krijgen samenwerkingen tussen geo-bedrijven gestalte. ‘Wel merken we dat er een gat is tussen vraag en oplossingen. Dus willen wij de innovatievraag met het data-aanbod gaan matchen. Dat gaan we via een ‘call4apps’ realiseren’, aldus Paul. ‘Via een platform willen we innovatievraagstukken beschikbaar stellen en dan vragen we burgers om te reageren en met ideeën te komen, in de vorm van een wedstrijd. Vervolgens vragen we bedrijven om hier concrete oplossingen voor te bedenken.’

De gemeente Nijmegen werkt inmiddels als zo’n anderhalf jaar met open data. ‘In tegenstelling tot Amersfoort zijn wij “gewoon” begonnen’, zegt Paul Geurts. ‘Inmiddels hebben we zo’n 30 datasets beschikbaar. Via een app-wedstrijd zijn we gaan polsen of er belangstelling is voor open data. Wij vonden het belangrijk om te weten wie onze klanten zijn en wat die klanten willen. Voor ons is het nu de uitdaging om te proberen “meer vreemd te gaan”. Het gaat er om dat we nieuwe inzichten verkrijgen om data meer aan elkaar te verbinden.’

Beren op de weg[bewerken]

‘Natuurlijk zijn er niet alleen maar positieve verhalen over open data’, zegt Marijke Salters van Forum Standaardisatie. ‘Er is ook veel angst om open data beschikbaar te stellen, de zogenaamde “beren op de weg”. Dat bleek wel uit de workshop “Open Data, beren op de weg” die wij in samenwerking met het ministerie van BZK organiseerden. De beren zijn in drie categorieën te vangen, namelijk: technisch, ‘angsten’ (gedrag) en juridisch. Het Forum Standaardisatie heeft onderzoek gedaan naar de oplossing van de juridische en technische belemmeringen. De resultaten van deze onderzoeken vindt u op de website van Forum Standaardisatie.

Meer loslaten, durven delen[bewerken]

Van de beren gingen we naar het enthousiaste verhaal van Frank van Harmelen, hoogleraar aan de Vrije Universiteit. Ook Frank begon zijn relaas met het onderstrepen van het belang van URI’s ofwel adresseerbare objecten. Data van verschillende eigenaren staat op diverse servers en die is in handen van een heleboel partijen. Linked data betekent “loslaten”. Iedereen kan en mag alles zeggen over en doen met “jouw” data. De huidige technologie maakt dit mogelijk. Zijn slogan is: durven delen. En als je Frank vraagt waar Nederland zich bevindt? Dan zegt hij: ‘In het peloton, maar ik maak me wel wat zorgen dat we achterhoede raken. We zijn een goed geordend land, de vruchtbare bodem is er. Ook de volgende stap kan zo worden gezet en dan weet ik zeker dat we voor in het peloton zitten.